De twintig kindcentra en scholen vormen eigen eilandjes met een eigen identiteit binnen de Stichting Archipel in Oost-Nederland. Maar ze vinden elkaar en helpen elkaar vooruit, onder meer in de IKC-ontwikkeling. De koplopersgroep speelt hierin een belangrijke rol. Directeuren Irma Pieper en Imke Roeterdink vertellen hoe ze dat doen.
Irma Pieper is directeur van Montessori kindcentrum De Plotter en al vanaf het begin (15 jaar geleden) betrokken bij de ontwikkeling van kindcentra binnen stichting Archipel. Zij vertelt dat de stichting aanvankelijk alleen bestond binnen de gemeente Zutphen en daarna is gefuseerd met andere onderwijsstichtingen met locaties in Voorst en Brummen.
Mede door die ontstaansgeschiedenis is stichting Archipel een lappendeken van locaties met ieder hun eigen identiteit (zoals Montessori of Dalton). ‘Maar we werken samen waar we kunnen en vinden daarin de meerwaarde. Denk aan locatieoverstijgende zaken zoals ICT, personeel en huisvesting. Het grote voordeel daarvan is dat ieder vanuit eigen talent en passie werkt. En kijkt wat er op die locatie nodig is om goed onderwijs en opvang te organiseren voor kinderen.’
Benchmark op cijfers
Vanuit de stichting is het lastig om een benchmark op cijfers te maken, aldus Irma Pieper. ‘Maar dan moet je daar misschien een ander middel gebruiken. Het is niet zo dat we ieder voor zich alles maar bepalen. We kijken veel bij elkaar, praten veel met elkaar in werkgroepen en daar komen die verschillen boven tafel. Dan heb je het erover: wat heb je nodig als kindcentrum om groei te kunnen maken? Denk dan aan doorgaande leerlijnen op gebied van inhoud, pedagogiek, communicatie en zorg, werken vanuit dezelfde missie/visie, de doorgaande lijn in het spreken van dezelfde taal en dergelijke. En ook: wat heb je nodig van collega’s? We zoeken die verbinding en werken samen vanuit een gedeelde missie en visie op kinderen.’
Bouwstenen kindcentrum
Imke Roeterdink is directeur van Kindcentrum Wilp Achterhoek. Zij maakt, met onder andere Irma Pieper, deel uit van de koplopersgroep. Daarin zijn vijf kindcentra vertegenwoordigd die vooroplopen als het gaat om IKC-vorming en al vormgegeven aan de eerder genoemde criteria.
Imke Roeterdink: ‘Met elkaar zoeken we hoe we op alle vlakken daadkrachtig kunnen blijven. Als de een ergens mee worstelt, kan-ie bij anderen terecht voor hulp en inspiratie. We kijken ook waar we landelijke informatie kunnen halen. We spreken dezelfde taal; als we kijken naar de bouwstenen voor een kindcentrum, dan zijn we daar best ver in. Niet alle kindcentra binnen onze stichting zijn zo ver, en wij kunnen hen ook een stap verder helpen. Daar richten we ons op. Wat speelt er, hoe gaat het overal, wat zijn de denkwijzen, welke ontwikkelingen zijn er en hoe kunnen we helpen?’
Visie en actiepunten
Imke Roeterdink vertelt dat bij iedere bijeenkomst een kindcentrum centraal staat waarbij de directeur vertelt over de visie en de actiepunten. ‘En we krijgen er een rondleiding. Ik haal daar mooie dingen uit. Ik hoorde bijvoorbeeld van Irma over het idee dat bouwcoördinatoren met elkaar vergaderen bij de peutergroepen. Ze kijken hoe het daar gaat, spreken met pedagogisch medewerkers en leerkrachten. Wat zie je in het lokaal, is daar ook een doorgaande lijn zichtbaar? Dat soort voorbeelden delen we met elkaar; het brengt je op ideeën.’
Irma Pieper vertelt dat ze al jaren actief ontwikkelt en meedoet in de ontwikkeling van Kindcentra binnen Archipel. ‘Wat ik op dit moment uit de overleggen binnen de koplopersgroep wil halen, is dat mijn collega’s meedenken hoe je het samenwerken met externe partners kunt borgen. Dat het niet op één persoon hangt.’
Interviews directeuren
Hoe wordt de rest van de stichting meegenomen in de ontwikkeling van de koplopersgroep? Imke vertelt dat er interviews zijn afgenomen met alle directeuren van de twintig locaties. ‘Daar maken we een nulmeting van. Welke verschillen en overeenkomsten zijn er? Dan kunnen we kijken of we als koploper een paar locaties onder onze hoede kunnen nemen om elkaar te inspireren en te helpen bij het oplossen van vraagstukken. De koplopersgroep komt eens per vier, vijf weken bij elkaar maar heeft tussendoor, via een whatappgroep, ook contact. Zo weten we elkaar snel te vinden.’
Externe adviseur
De koplopersgroep wordt begeleid door een externe adviseur. Imke: ‘Zij komt door het hele land en ziet daar de ontwikkelingen. Ze houdt ons een spiegel voor en is een verbindende factor.’
‘En zij is goed in borgen,’ vult Irma aan. ‘Want wat als jij er morgen niet meer bent? Je moet dus zaken vastleggen. En ze wijst ons op dingen. Als we bijvoorbeeld iets verzinnen en delen vanuit onze passie, vraagt ze: “Heb je ook al nagedacht over een communicatieplan?” Zij zorgt ervoor dat we de grote lijn in de gaten houden. En wijst ons er op wat we kunnen delen met de andere locaties.’
Directieoverleg
Binnen de stichting is er een directieoverleg waar alle werkgroepen vertegenwoordigd zijn. ‘Daar kun je delen waar je trots op bent, hulp bij nodig hebt of zaken waarmee je de boel in beweging wil brengen,’ vertellen de directeuren.
Binnen de stichting Archipel is de kinderopvang ook heel verschillend geregeld. Met de stichting Archipel Kinderopvang is er een kleine poot eigen kinderopvang. Deze is voortgekomen vanuit een bescheiden start, gevolgd door de overname van een kinderopvangorganisatie die bijna failliet ging. Daarnaast is er samenwerking met verschillende kinderopvangorganisaties, soms door opvang in het schoolpand zelf, soms met locaties elders in het dorp of de wijk.
Kinderopvang in eigen hand?
Streeft de Stichting Archipel naar honderd procent kinderopvang in eigen hand? Volgens Irma Pieper zou dat niet slim zijn ‘omdat het niet altijd rendabel is om het zelf te doen of juist omdat het heel goed loopt. Je kijkt per locatie wat wijsheid is. Je wilt maar één ding en dat is goed onderwijs en goede opvang voor kinderen. Als je dat beter kunt regelen met een externe partner, zou je dat niet moeten weggooien. We werken met externe partners samen vanuit een gedeelde visie dus we vinden elkaar altijd op de kwaliteit.’
Irma ziet wel een voordeel van een ‘eigen’ kinderopvang. ‘Je ziet waar de kansen liggen en je kunt ook mooi werken met combinatiefuncties die je zonder btw kunt detacheren. Dat de Stichting Archipel in het diepe is gesprongen en ook een stichting opvang heeft opgericht, vind ik heel mooi.’
Samenwerking peuter- en kleutergroepen
Imke Roeterdink heeft naast haar eigen kindcentrum ook een coördinerende rol naar de locaties van Archipel die een ‘eigen’ kinderopvang hebben. ‘We hebben vijf kleine locaties en drie grote die opvang bieden vanuit onze stichting. Twaalf locaties werken samen met een partij in het dorp en een aantal heeft opvang in eigen gebouw maar van een externe partij. Ik bezoek die locaties om te kijken waar ze tegenaan lopen, waar ze staan en of ze hulp nodig hebben. Je ziet op die kleine locaties soms een mooie samenwerking ontstaan tussen de peuter- en kleutergroepen. In januari gaan we een online inspiratiemeeting organiseren voor pedagogisch medewerkers en onderbouwleerkrachten om praktische voorbeelden te delen over samenwerking en doorgaande lijn tussen peuters en kleuters. De reacties zijn heel enthousiast. Als dit een succes wordt, gaan we ook de grote locaties bij deze werkwijze betrekken en als laatste de locaties met externe kinderopvang. Zo kunnen we alle locaties weer verder helpen.’
Kwaliteit in de ontwikkeling van onderwijs en kinderopvang heeft blijvende aandacht nodig, vinden de directeuren. ‘Door de koplopersgroep als een motor in te zetten op de samenhang van onderwijs en kinderopvang, kijk je over je eigen grenzen, ondersteunen we elkaar en de grotere groep van kindcentra binnen Archipel. Zo werken we aan de samenhang van deze voorzieningen: voor de kinderen, het personeel en de ouders.’
De kernwaarden van Stichting Archipel
Stichting Archipel Onderwijs en stichting Archipel Kinderopvang ressorteren onder de zogenaamde bestuursstichting Archipel. Missie en visie: ‘Wij gaan voor eenheid in verscheidenheid (Archipel) en onderlinge verbinding door samen te doen wat samen kan. Wij pakken nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied op en verwerken dat in onze praktijk. Dit gaat zowel over de kindcentra als over inclusief onderwijs. De kindcentra van Archipel bieden een rijke en duurzame leer- en ontwikkelomgeving waardoor de kinderen van 0 tot 13 jaar een solide basis kunnen ontwikkelen voor de rest van hun leven. Bij onze kindcentra gaat bijzondere aandacht uit naar persoonsvorming, naast socialisatie en kwalificatie.’